Week 25

We gaan via Bogota terug naar Los Angeles (met ruim een uur vertraging), vandaar door naar Manilla waar we een tussenstop van 16 uur!!! hebben. 

Via de telefoon hadden we al gebeld met de maatschappij of er iets te regelen was, maar helaas geen andere vlucht en ook geen hotel om te overbruggen. 

Nou, toch maar even in Manilla zelf vragen aan de balie. En zowaar is deze vrouw erg scheutig en hebben we binnen no time vervoer naar een hotel met twee vouchers voor het ontbijt en de lunch. Geheel kosteloos. Kijk dat maakt de 54 uur toch wat dragelijker. 

Het is een sjiek zakenhotel, maar blijkbaar heeft de luchtvaartmaatschappij zijn eigen sjabby zijvleugel. Ondanks dat is het bed heerlijk. 

Voor we erin duiken gaan we natuurlijk vol voor het ontbijtbuffet. Teveel dingen liggen daar en de keuzestress is enorm. En eigenlijk is het het allemaal net niet (ik doe het ook niet zo lekker op een complete rijsttafel als ontbijt). Ook al pak je van alles een klein beetje. Het resulteert altijd in een bord wat aan alle kanten uitpuilt. 

Volgevroten pakken we nog een paar uurtjes slaap mee voor we aan het lunchbuffet moeten (en hier weer hetzelfde verhaal). We hopen dat het vliegtuig straks nog van de grond komt. 

En eindelijk na 54 uur zijn we aangekomen in Jakarta. Ja hoor, we zijn weer in Azië. Het is inmiddels met tijdsverschillen al 1 uur snachts. Eerst nog door de douane, visa registreren, geld pinnen. We zijn ondanks het extra hotel compleet verrot. Dus we pakken een Grabtaxi richting het hotel. 

Alleen het ophaalpunt van de Grab is wat lastig te vinden en Aziatische taxichauffeurs zijn denk ik net iets meer opdringerig dan de Zuid-Amerikaanse. We worden 100x aangesproken met taxitaxitaxitaxi, you are my friend. Maar zodra ze mijn hoofd na een vliegreis van 54 uur zien, lopen ze toch maar naar iemand anders. 

En om 3 uur komen we de lobby van het hotel binnen. We hebben ons verwend met een sjiek hotel (we moeten een beetje acclimatiseren natuurlijk) en we ploffen op het dikke matras onder ons fluffy dekbed met heerlijk de airco op 10. 

Tsja toch maar even een wekkertje gezet want het ontbijt is maar tot 9:30 (slapen doen we daarna wel weer). We hebben ons voorgenomen om niet meer zo uitgebreid te ontbijten, maar zijn dat chocoladecroisantjes? Okay we pakken er 1 om te delen. Hmmmm wat is dit voor bijzonders. Toch even proberen. Oeh best lekker. Oh kijk nou naoom een kroepoekbar (ja die moet je ook allemaal uitproberen) Nou ja zeg, spekkoek. En wederom gaan we met buikpijn naar bed. 

Okay nog even de ogen dicht en dan de stad in……………….

………………..WATTTTTT is het al 6 uur??? We moeten nog naar het centrum voor een simkaart en besluiten toch maar eruit te gaan. We hoorden dat er ook een nightmarket is vlakbij dus daar kunnen we ook gelijk een kijkje nemen. 

Na het regelen van de simkaart, kunnen we die hele markt niet meer vinden en hebben we eigenlijk ook niet zoveel zin meer om te zoeken. Dan maar de lokale Mac uit proberen (zoals in elk land waar we zijn). Hier is de special de Mac Balando. Wat eigenlijk een gewone hamburger met een shitload aan sambal en een gebakken eitje is. En ik als Blanda (Hollander) sta natuurlijk in de fik. De tranen schieten niet uit de ogen, maar tis eigenlijk een best burgertje. 

S nachts zijn we om de twee uur wakker (lang leve de jetlag)

Okay, onze eerste echte dag in Jakarta doen we een free Walking tour. Flinke groep, maar wel gezellig. We krijgen niet heel veel info, maar we komen wel langs de meeste highlights. 

Ik hoef jullie natuurlijk niet te vertellen dat Nederland een hele dikke (vieze) vinger hier in de historische pap heeft zitten. En dat resulteert in gezellige trapgevel huisjes en een stadhuis wat lijkt op het paleis op de Dam. 

We doen een drankje bij café Batavia en ik neem een biertje met een portie bitterballen (helaas geen lekkere). 

De tour staat op de website voor 2 uur, maar in totaal zitten we toch op zo’n 5,5 uur (het is ook een gezellige groep). We bezoeken nog de moskee, pakken een treinrit naar de andere kant, lopen over een soort vogeltjes markt (met ook aapjes en vleermuizen in een kooitje) en eten Rendang bij een echte Sumatraanse. Nou is Rendang mijn ultieme favoriet, maar deze is moeilijk weg te krijgen. 

We nemen afscheid van iedereen en bezoeken nog het nationale monument. Het begint al een beetje te schemeren en we willen toch nog even een drankje doen op een rooftop. We deden dit ook in Bangkok (alweer een eeuwigheid geleden) en dat beviel wel. 

Maar zodra we zitten storten we eigenlijk allebei weer een beetje in. We tikken ons achterlijk dure cocktail naar achteren en gaan gelijk weer terug naar het hotel. 

Maar we moeten door en pakken de trein naar Bandung. En dat is een hele belevenis. De trein is netjes (wel gericht om kleine indootjes) en vertrekt stipt op tijd (love it). En terwijl we het station verlaten staat het voltallige personeel naast elkaar op het perron van het station de trein uit te zwaaien. Dat is best een bijzonder schouwspel. 

De route is schitterend. We komen door kleine dorpjes, prachtige groene rijstvelden. Kinderen die met vliegertjes achter de trein aan rennen en dikbuikende mannen die op een bankje voor het huis met een bak koffie de trein eens goed bekijken.  

We hebben na onze uitspatting in Jakarta nu een cheapie hostel, maar zodra we de kamer opdoen komt er een lucht uit (alsof er kattenbak al 6 jaar niet is schoongemaakt en de kat er ook al een aantal jaar dood in ligt). We trekken de deur snel weer dicht en bedanken vriendelijk voor deze kamer. Hij heeft geen andere (eigenlijk ook niet zo erg) en geeft gelukkig ons geld terug. 

Het is nog even goed zoeken om zo last minute nog wat anders te vinden, maar gelukkig zien we nog wat op 20 minuten lopen hiervandaan. We lopen met alle tassen door de krochten van Bandung. Het hotel is onmogelijk maar gelukkig ruikt de kamer niet heftig en heeft het een raam en warm water. 

Ook Bandung heeft veel Nederlandse invloeden en we eten een mergpijpje bij de bakker. De gebouwen zijn prachtig, maar die jetlag houdt lang aan. Terug naar ons hok proberen we de ratten op straat te ontwijken. 

We doen een dagtocht en worden opgehaald door Lutfi. Blijkbaar is voor ons hotel een gezellige markt en ik doe nog even een snel rondje (I love de markt). Ik kom bij een kraampje met allerlei Indonesisch snoepgoed. Nu ben ik al jaren (toch wel 30 denk ik) als ik bij een pasar Malam ben op zoek naar een bepaalt soort snoepgoed. 

Okay beetje context bij het verhaal. Op de basisschool zat een klasgenoot die bij haar opa en oma woonde en haar opa heeft in Indonesië gezeten. En vrienden van hem daar stuurden vaak doosjes snoep op wat gemaakt was van een soort gelei. En elke keer probeer ik het te zoeken op de Pasar Malam en kon het dus nooit vinden. En nu, hier, in een kraampje, in een krottenwijkje, in Bandung. Proef ik het snoepje met de smaak wat 30 jaar lang in mijn herinnering zit en nog steeds zo lekker is als ik mij kan herinneren. Het is een dadelgelei met rijstmeel en kokossuiker. Ge wel dig

Okay Lutfi is onze gids en een klein mannetje met (zoals wij dat thuis noemen) een muurschrapertje, oftewel wat licht vooruitstaande tanden (even voor de beeldvorming)

We moesten nog ontbijten en Lutfi weet wel iets. Hij brengt ons naar een restaurant wat letterlijk ‘de Rijsttafel’ heet. Sorry, maar dat slaan we echt nog even over om 8 uur. En bij de IndoMaret (soort 7/11) halen we een sandwich. 

We bezoeken de highlights zoals de theevelden en de Kawah Putih (het zwavelmeer) Ook hier komen we weer door geweldige dorpjes en mooie landschappen. 

Lutfi vraagt of we al zin hebben om te eten en weet wel wat voor tussen de middag. Ook bestelt hij maar gelijk voor ons (het is een wat bazig mannetje maar bedoelt het vast goed, we zijn daarna nog wel even naar de keuken gelopen om het om te wisselen). Ook moeten we vaak met hem op de foto en ontpopt hij zich als een echte Steven Spielberg. Af en toe sprint hij even vooruit en filmt ons als we langs komen lopen en draait de camera dan weer opzij naar de uitzichten. 

Even later komt hij naast mij lopen. Weet je waarom ik zo vaak deze hike doe, zegt hij. Dan hoef ik naar de sportschool. Ik wil niet zo’n buikje en hij wijst naar mij (okay ik doe of ik dat niet heb gehoord) 

Hoe oud ben je eigenlijk vraagt hij aan mij. Nou, raad maar zeg ik (beter maak je het hier mee goed). Ik zie hem bedenkelijk kijken……ehhh 53???

Het is nog een flinke trip terug en ik weet de weg niet. Anders had ik hem de berg afgeduwd. De rest van de dag mag Naoom met hem praten. 

En terwijl Lutfi weer een van zijn vele momenten pakt om een gebed te doen (5 keer per dag) pakken wij nog even een skelterparcourtje.

En als we terug lopen over de hangbrug pak ik Lutfi even terug door eens flink te wiebelen en te springen op de brug.

Goed, al met al toch een gezellige middag gehad en we komen weer terug in ons hok. 

De volgende ochtend pakken we weer vroeg de trein richting Yogjakarta. Omdat we toch 7 uur in de trein moeten zitten pakken we de executive klasse. Net effe iets lekkerdere stoelen en veeeeel meer beenruimte.

In vergelijking met Zuid-Amerika is Indonesie echt rete goedkoop. Een paar euro voor een taxiritje maar, maar toch wen je er al weer snel aan en ik hier pakken we natuurlijk het spel van het afdingen.

In het hotel zit een koffiebar dus de eigenaar en ik zijn al gelijk dikke vrienden. Hij maakt een lekkere straffe bak voor me. Hier kunnen we het wel even een paar dagen uitzitten.

Java is erg Islamitisch en heeft volgens mij meer moskeeën dan inwoners. Geen  probleem, maar wel om 5 uur in de ochtend. Ik dacht dat mijn wekker een rotgeluid was.

Dan maar vroeg naar de Taman Sari, het badhuis van de sultan. Het verhaal gaat dat hij het zo mooi vond dat niemand mocht weten waar het was. Dus vermoorde hij maar alle bouwers. Lekker Menneke die sultan.

Overal waar we komen zien ze blijkbaar dat we geen locals zijn en worden we ook vaak in het Nederlands aangesproken. Iedereen is wel eens in Nederland geweest of heeft er familie zitten. Wat ook blijkbaar een dingetje is dat we met iedereen op de foto moeten. Soms lopen we ergens en worden er gewoon kinderen voor ons geworpen en moeten we daarmee op de foto (nu weet ik helemaal hoe Brad Pitt zich voelt)

Onderweg in de taxi krijg ik verdrietig nieuws uit Nederland. Mijn peet oom is overleden. Hij kwakkelde enorm na een val partij, maar het ging de laatste tijd toch wel iets beter. Dit nieuws hakt er aardig in. We zijn al ruim een half jaar onderweg en we kunnen daarom niet bij de familie zijn. Het gekke is dat een week voor ons vertrek we nog op bezoek waren en ome Henk zei al in het gangetje dat dit misschien wel de laatste keer is dat we elkaar zien (bizar). En zo komt er toch een beetje heimwee in geslopen.

Okay, op onze manier proberen we er toch een beetje bij te zijn door te bellen, appen en kaarten te sturen. En ook al zijn dit kut dingen we proberen er toch nog iets moois van te maken.

We huren een scootertje en gaan naar de Borobudur. Dat was nog lastig om kaartjes te krijgen. Normaal plannen we alles maanden van tevoren, maar dat is voor zo een lange periode niet te doen. Dus eigenlijk was alles al uitverkocht (je moet dus blijkbaar met een gids de tempel op).

Maar ineens bleken er na een paar keer proberen toch weer kaarten beschikbaar. Lekker dan. De gids vertelt een hoop, maar in zo’n zwaar accent dat ik de helft niet begrijp. Niet erg, want die tempel is schitterend. Bizar dat ze dit helemaal hebben afgebroken en steentje voor steentje weer hebben opgebouwd.

Als je weg gaat moet je verplicht langs kilometers souvenirkraampjes en iedereen is je beste vriend. Maar Peppie is speciaal. Peppie had ons bij de ingang al aangesproken en hij verkocht stenen stoepaatjes. Soms heb je een zwak moment en ga je in op zo’n verkopertje. Dus toen ik bij de ingang zij dat ik als we terugkomen wel even kwam kijken, had hij dat natuurlijk onthouden. Okay dan, we kopen een stoepaatje (natuurlijk wel grof afgedongen, je kent Naoom).

Prambanan ligt hier vlakbij en is ook een tempelcomplex. Hier geen gids, maar gewoon lekker zelf een beetje rondstruinen. De zon gaat onder het het begint mooi te verkleuren in de lucht. Och wat maken we toch een mooie reis.

Yogjakarta is een megastad en ook geweldig druk. Iedereen heeft hier een scootertje. Op zich vind ik dat niet zo’n probleem, gewoon je hand op de toeter en gaan als je denkt dat het kan, maar ik voel aan de persoon achter mij dat de billetjes wel een paar keer flink samenknijpen.

We gaan de drukke stad achter ons laten en pakken de nachttrein naar Malang

2 gedachten over “Week 25”

  1. Bedankt Peter voor deze impressie, van het land dat na Japan boven aan de lijst staat. Ik heb de foto’s op Instagram kwijlend bekeken. Ik wacht op nummer 26!!

  2. Weer zo’n mooi verhaal 😍
    En laat die Lutfi maar lekker achter je, want met je verjaardag op komst zie je er natuurlijk uit als een jonge God 😊

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *