Flores

Als we dachten dat de heen reis een drama was, de terug weg is zoal niet nog erger. Verkeer in Guatemala is sowieso een chaos, maar wegwerkzaamheden zijn zowaar nog minder gestructureerd. We sluiten achteraan in een file voor wat blijkt een stukje asfalt van ongeveer een meter, een paar kilometer verderop weer een metertje en zo doen we over een stukje van 4 uur en schamele 10 en een half.

De chauffeur zorgt er tevens ook voor dat de halve bus van een lekkere bruine tint naar een gelig groene gaat. En mocht het allemaal nog niet erg genoeg zijn, rijdt hij ook nog een klein autootje aan. Maar dat gaat ook op zijn Guatemaals, even uit het raampje kijken of hij veel schade heeft. Nee? Dan gewoon doorrijden (die andere auto reed ook gewoon door trouwens dus geen al te grote verwondingen).

Hopelijk was dit de laatste lange busreis die we deze vakantie gaan maken, want ik ben er aardig klaar mee en weet gewoon niet meer hoe ik moet zitten. En dan valt er ook nog eens een klein chinees mannetje op mijn schouder in slaap die zelfs met grof geweld niet wakker te krijgen is.

Maar Thank God, na nog een zeer spannende oversteek met de hele bus op een vlot, komen we aan in Flores. Dit is een klein schiereilandje en de beste doorstroomplek naar Tikal. Tikal is trouwens weer het Chichen Itza van Guatemala (wat weer het Angkor Wat is van Mexico). Maar goed, de busmeneer geeft aan dat we bij hem ook toertjes naar Tikal kunnen regelen, maar we bedanken hem vriendelijk want dit was echt een dollemans rit.

We zitten in het hostel Don Cenobio en het mooie van hostels is dat je daar ook vaak een tour kan boeken en voor de helft van het geld regelen we de tour naar Tikal en de oversteek naar Belize. Gek dat dit alweer het laatste stukje van Guatemala is en we gaan beginnen aan de terugweg via Belize.

’s Avonds eten we bij Los Amigo’s. Dit is een ook hostel, maar dan weer zo een wat een wereld op zich is. Het heeft een laidback vibe en we merken dat we de gemiddelde leeftijd aardig omhoog halen. Het zit hier vol Nederlanders en Fransen. Het valt me op dat het veelal groepen studenten zijn die allemaal met creditcard betalen (en een flinke Gooise r)

We vertrekken vroeg (en dan ook echt vroeg, de bus gaat om 4:30). Dit doen we voor twee redenen. 1: er zijn dan nog niet zoveel mensen en 2: de kans is groot dat we nog wat wildlife zien, want ook Tikal is een archeologische Mayaplek midden in de jungle.

Het is inderdaad erg rustig, maar we merken ook dat het hier nog niet zo toeristisch is als op alle andere Mayaplekken die we hebben bezocht. Hier struikel je nog niet over alle kleedjes en kraampjes. Het lijkt er op of dat alles nog in aanbouw is.

Via Mapps.me navigeren we met gemak naar de grootste tempel. In inderdaad, we spotten al flink wat wildlife. Slangen, apen en kleurrijke vogels zijn overal om ons heen.

We komen aan bij The piramid of the lost world (het had zo een titel van een Indiana Jones film kunnen zijn) en via een ‘normale’ trap kunnen we helemaal naar de top. We zijn de enige hier en we hebben een prachtig uitzicht over de jungle, waar zo her en der wat toppen van tempels uitsteken. Het is hier heerlijk en we besluiten dan ook maar hier ons ontbijtje naar binnen te werken (hadden die Maya’s ook nooit kunnen bedenken dat na ongeveer 1000 jaar Peter en Naomi uit Holland bovenop hun tempeltje een lekker broodje ei zitten te eten).

Het hele gebied is vrij uitgestrekt en we struinen heerlijk als twee archeologen door de jungle. We komen bij een ruïne en daarvoor staan veel palmbomen met flinke trossen met bessen en laat dat nou net het lievelingsbesje zijn van………………….de TOEKAN. Ja hoor een hele boom vol. Okay, het zijn niet die mooie grote Van der Valk toekans, maar een kleinere versie, de toekancillo. Maar ook deze zijn prachtig en ze blijven zelfs lekker rustig dooreten als Naoom er met haar Joop van Tellingenlens bovenop staat (ze staat er zelfs zo dicht bovenop dat ze letterlijk onder de toekanpoep zit 😉

Omdat we vroeg naar Tikal zijn gegaan, hebben we nog een hele middag in Flores (maar je loopt in 5 minuten van het begin van het eiland naar het einde. We vinden een bakkertje en de bakkersvrouw spreekt 2 woorden Engels, carrotcake en bananacake. Nou, bananacake it is.

We kunnen nog met een bootje naar een ander eilandje waar je lekker kan relaxen, maar als we 5 boten vol met backpackers die kant op zien gaan besluiten we lekker rond het hostel te hangen. Dit hostel heeft een mooi dakterras wat ook uitkijkt over het meer.

We relaxen nog wat, pakken de tas maar weer in en maken ons klaar voor de volgende stop; San Ignacio, Belize

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *